While he was formulating his General Theory of Relativity and working out its implications, Einstein liked to test his ideas against the accumulated experience of Dutch colleagues. As an offspring of the exhibition ‘Einstein & Friends’ in Museum Boerhaave, we present a collection of essays about Einstein’s contacts in the Netherlands.
In november 1915 presenteerde Albert Einstein op vier achtereenvolgende woensdagen tijdens zittingen van de Pruisische Academie van Wetenschappen in Berlijn het sluitstuk van zijn algemene relativiteitstheorie. Die revolutionaire visie op ruimte, tijd en zwaartekracht, samengebald in de veldvergelijkingen, was na jaren van intensief zwoegen tot stand gekomen. De essentie: massa kromt de ruimte. ‘Zufrieden aber ziemlich kaputt’, schreef Einstein aan zijn vriend Michele Besso toen de klus was geklaard.
Ook het genie Einstein kon niet buiten een klankbord. In de aanloop naar de algemene relativiteitstheorie en tijdens de uitwerking van zijn consequenties mocht hij zijn ideeën graag toetsen aan de kritische geesten van bevriende collega’s. Dat was in de eerste plaats Hendrik Lorentz, die hij als mens en theoretisch fysicus hoog achtte. Verder ging Einstein stevige intellectuele debatten aan met zijn boezemvriend Paul Ehrenfest – in 1912 aan de Universiteit Leiden Lorentz’ opvolger. Ook koude-pionier Heike Kamerlingh Onnes en astronoom Willem de Sitter, nog twee Leidse hoogleraren, behoorden tot Einsteins kennissenkring. Einstein hield van de inhoudsrijke discussies en de warme vriendschappen die Leiden – ‘dat verrukkelijke plekje grond op deze dorre aarde’ – hem te bieden had.
Met de tentoonstelling ‘Einstein & Friends’ (te zien van 19 september 2015 tot en met 3 januari 2016) vierde Museum Boerhaave een eeuw algemene relativiteitstheorie, een van de pijlers onder de moderne natuurkunde. Tegelijk portretteerde de tentoonstelling de markante ‘Hollandse cirkel’ van vrienden en kennissen die Einstein van tegenspraak voorzagen, verder hielpen, en tussen de bedrijven door muziek met hem maakten. Als gastconservator in eigen museum heb ik geweldig plezier beleefd aan het samenstellen van ‘Einstein & Friends’.
Tot het nevenprogramma van de tentoonstelling behoorde een uitgebreide lezingenreeks. De grootste belangstelling trok die over Einstein zelf, verzorgd door Robbert Dijkgraaf in de Leidse Schouwburg.
Net als de lezingenserie in Museum Boerhaave richt dit themanummer van
Dit themanummer geeft ruimte aan Hendrik Lorentz, Paul Ehrenfest, Heike Kamerlingh Onnes, Tatiana Afanassjewa, Willem de Sitter, Pieter Zeeman (niet aanwezig in de lezingenserie) en Hendrik Casimir. De artikelen zijn portretten, waarbij de relatie met Einstein leidend is. Overigens is met dit zevental de lijst met Einsteins Nederlandse wetenschappelijke contacten niet uitgeput. Ook Wander de Haas (wel aanwezig in de tentoonstelling), Adriaan Fokker en Abraham Pais hebben op enig moment in hun loopbaan intensief met Einstein samengewerkt. Dat de theoretisch fysici Fokker en Pais in de tentoonstelling ontbraken valt te billijken: op die plaats was hun toegevoegde waarde beperkt. Maar in dit bijzondere nummer van
Wander de Haas (1878–1960) was een man van grillige invallen en in 1924 in Leiden een van beide opvolgers van Kamerlingh Onnes.
Theoretisch fysicus Adriaan Fokker (1887–1972) promoveerde in 1913 bij Lorentz op het statistische gedrag van lichtdeeltjes.
Abraham Pais (1918–2000), als laatste van het drietal, was van 1947 tot 1955 op het Institute for Advanced Study in Princeton collega van Einstein.
Over Einstein zijn bibliotheken volgeschreven, variërend van diepgravende monografieën over het wonderjaar 1905 tot wrakkige analyses van Einsteins liefdesleven. Een schat aan primaire bronnen is bijeengebracht in
Einsteins contacten in Nederland, die met Leiden in het bijzonder, komen in
Wat betreft de (beperkte) Einstein-in-Nederland-literatuur springt Henk Klomps proefschrift over de receptie in Nederland van de relativiteitstheorie er positief uit.
Dit bijzondere nummer van
Albert Einstein aan Michele Besso, 10 december 1915, in: Robert Schulmann, A.J. Kox, Michel Janssen & József Illy (eds.),
Interview met Tatiana Ehrenfest-Afanassjewa in de
Toen een verplicht jaarlijks bezoek aan Leiden van vier weken vanwege Einsteins internationale activiteiten niet reëel bleek, werd in 1927 het bijzondere hoogleraarschap omgezet in een gasthoogleraarschap zonder verplichtingen.
Voorafgaand aan zijn lezing op 25 november 2015 onthulde Robbert Dijkgraaf een geschilderde muurformule met Einsteins veldvergelijkingen, door de Stichting Tegen-Beeld te Leiden aangebracht op een buitenmuur van Museum Boerhaave.
De ‘Hollandse cirkel’, een instrument ontwikkeld rond 1610 door de Leidse landmeter Jan Pietersz Dou, was gedurende twee eeuwen hét landmeetkundige gereedschap van de Nederlandse Republiek, van essentieel belang onder meer bij de verkaveling van de talrijke Hollandse polders die in deze jaren zijn drooggelegd. Zie over dit instrument Tiemen Cocquyt, ‘The Holland Circle. lnstrumental in Establishing the Dutch Surveyor and Instrument Maker’s ldentity’, in: Ulrike Gehring & Peter Weibel (eds.),
Bastiaan Willink,
Deelnemers aan de lezingenserie die in dit nummer ontbreken: de fysici Robbert Dijkgraaf (Einstein) en Carlo Beenakker (Ehrenfest) en wetenschapshistoricus Michel Janssen (De Sitter).
J. van den Handel, ‘Wander Johannes de Haas (1878–1960)’,
Het staafje behoort tot de collectie van Museum Boerhaave.
De zaak lag gecompliceerder dan Einstein en De Haas in 1915 veronderstelden. Door geen rekening te houden met de quantumtheorie zaten ze er een factor twee naast.
H.B.G. Casimir & S.R. de Groot, ‘Levensbericht van Adriaan Daniël Fokker (17 augustus 1887–24 september 1972)’,
Abraham Pais,
Schulmann [e.a.] (eds.),
Diana Kormos Buchwald, Tilman Sauer, Ze’ev Rosenkranz, József Illy & Virginia Iris Holmes (eds).
Dirk van Delft, ‘Albert Einstein in Leiden’,
Martin J. Klein,
Voorbeelden van biografieën: Banesh Hoffmann,
Abraham Pais,
A.J. Kox, ‘General relativity in the Netherlands, 1915–1920’, in: J. Eisenstaedt & A.J. Kox (eds.)
Henk Klomp,
Sybe Izaak Rispens,
Zie ‘Discussiedossier over Debye’,
Recensies van Frans van Lunteren in: