Voor u ligt een extra dik dubbelnummer van het tijdschrift Studium: een heus gedenkboek is wellicht een betere aanduiding. Daar was ook wel reden toe. Dit najaar bestaat het genootschap Gewina honderd jaar. Begonnen als wetenschappelijk onderkomen voor een Nederlandse groep historische liefhebbers van geschiedenis van de geneeskunde en de natuurwetenschappen, is Gewina uitgegroeid tot een vereniging die zowel liefhebbers als professionele beoefenaars van de wetenschapsgeschiedenis in brede zin vertegenwoordigt, inclusief de beoefenaars van de geschiedenis van wetenschappelijke instituties zoals universiteiten. Zowel die professionaliseringsslag als de verbreding qua reikwijdte, taal- en grondgebied (nu zijn immers Noord- en Zuid-Nederland vertegenwoordigd), verdienen na zo’n gedenkwaardige tijd wel enige reflectie.

Het bestuur van Gewina heeft daarom aan de redactie van het tijdschrift Studium verzocht om ruimte te maken voor een aantal persoonlijk getinte, essayachtige bijdragen over de wetenschapsgeschiedenis in de afgelopen eeuw. Zo zijn bijdragen tot stand gekomen over de drie terreinen die in de naam GeWiNa zijn vertegenwoordigd: geschiedenis van de geneeskunde (Frank Huisman), wiskunde (Danny Beckers & Gerard Alberts), natuurwetenschappen (Floris Cohen), en over de universiteitsgeschiedenis die er sinds 2008 bij is gekomen (Willem Frijhoff). Verder zijn er essays over een aantal wetenschapshistorische instituties: allereerst de geschiedenis van het genootschap zelf in Noord- en Zuid-Nederland (door respectievelijk David Baneke en Geert Vanpaemel), en verder de universiteitsmusea (Rolf ter Sluis & Ilja Nieuwland) en het Nederlandse rijksmuseum voor de geschiedenis van de geneeskunde en de natuurwetenschappen, Museum Boerhaave (Dirk van Delft).

Deze bijdragen zijn aangevuld met een twintigtal korte schetsen van markante figuren uit een eeuw wetenschapsgeschiedenis in de Lage Landen. Als gevolg van de relatief korte tijd van voorbereiding is de keuze van de geportretteerde personen uit het verleden van de Nederlands-Belgische wetenschapsgeschiedenis vrij willekeurig geweest. De pragmatische reden van de beschikbaarheid van een auteur heeft ook een rol gespeeld. Daarom ontbreken er zowel vakgebieden (zoals techniek en farmacie) als personen die u wellicht had kunnen verwachten. Overigens is de lijst van auteurs een aardige (maar natuurlijk verre van complete of representatieve) doorsnee van de huidige generatie wetenschapshistorici in de Lage Landen. We zijn heel blij dat zoveel mensen hebben willen bijdragen aan deze bundel.

Er is bewust gekozen om uitsluitend portretten te publiceren van reeds overleden personen, op één uitzondering na. Het bestuur en de gelegenheidsredactie vonden dat in dit overzicht toch zeker plaats ingeruimd moest worden voor een portretschets over het enige nog levende erelid van Gewina: Harry Snelders. Als hoogleraar in Amsterdam (VU), Utrecht en Wageningen is hij gedurende drie decennia gezichtsbepalend geweest voor het vakgebied van de geschiedenis van de (natuur-)wetenschappen in Nederland. Via zijn onderwijs en promovendi heeft hij een voornaam stempel gezet op ons vakgebied.

Dit alles wordt tenslotte besloten met een aanvulling op de eerder (in 1953 en 1996) gepubliceerde lijsten met bestuursleden en ontvangers van de erepenning van het genootschap Gewina.